Een heldere inventarisatie van persoonlijke talenten en groeikansen
voor het optimaal benutten van loopbaanmogelijkheden in de huidige arbeidsmarkt

Psychologische achtergrond

De PPA is gebaseerd op de persoonlijkheidstheorieën van Jung en Cattell die stelden dat de persoonlijkheid omschreven kan worden als een combinatie van verschillende trekken. Een trek bestaat uit twee eigenschappen - empirisch gezien elkaar tegenovergestelden - die de extremen vormen in een continuüm. Bijvoorbeeld: extravert - introvert, stabiel- instabiel, verstandelijk & nuchter - intuïtief & creatief. Jung maakte gebruik van vier trekken terwijl Cattell over veel meer trekken beschikte. Deze hadden vreemd klinkende namen als harria, premsia, threctia, etc. Deze trekkentheorie werd gecombineerd met een frisse kijk op de huidige arbeidsmarkt en leverde meer dan 50 eigenschappen (meer dan 25 trekken) op. De traditionele (d.i. intrinsieke) eigenschappen fungeren hierbij als het skelet terwijl de moderne eigenschappen - taakgerichte eigenschappen (bijv. leiderschap, besluitvorming) en maatschappelijke oriëntaties (bijv. commercialiteit en generalisme) als combinaties van intrinsieke eigenschappen het omhulsel vormen. 

extraversie introversie
rationaliteit gevoel
gewaarwording intuitie

 

Opbouw van het PPA Profiel
1. Analyse van succesfactoren en verbeterpunten  

Micro niveau: intrinsieke eigenschappen  
Tijdens het invullen van de vragenlijst wordt steeds een keuze gemaakt uit vier alternatieven, waardoor aan het einde van de analyse een reeks succesfactoren en een reeks verbeterpunten gefilterd worden als afspiegeling van de keuzes van de kandidaat. Het gaat hierbij om de intrinsieke eigenschappen (d.w.z. de meest wezenlijke): initiatief, accuratesse, creativiteit, inlevingsvermogen, humor, teamgeest, representativiteit, overzicht, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, etc. Deze groep eigenschappen vormt de eerste laag van de persoonlijkheid.  
 

2. Profielschets  

Meso niveau: taakgerichte eigenschappen of competenties  
Bij de profielschets wordt gekeken naar eigenschappen die van belang zijn in werksituaties (bedrijfsleven en overheid): competenties. De profielschets bestaat uit competenties die voortkomen uit een aantal onderliggende intrinsieke eigenschappen. Het gaat hierbij om de: leiderschap, besluitvaardigheid, verantwoordelijkheid, prestatiemotivatie, ambitie, aanpassingsbereidheid, etc.. De competenties vormen de tweede persoonlijkheidslaag. 
 

3. Bepaling persoonlijke typering  

Macro niveau: maatschappelijke oriëntaties  
Uiteindelijk worden alle intrinsieke en taakgerichte eigenschappen gekoppeld, waardoor de "maatschappelijke oriëntaties" - de derde persoonlijkheidslaag - ontstaan. Zo’n maatschappelijke oriëntatie zegt wat voor een (basis-)type een kandidaat is: intellectueel, artistiek, professioneel, sociaal, specialistisch, generalistisch, praktisch, conformistisch, commercieel en ondernemend. 

 

Waarom is de PPA zo uniek?
De PPA creëert een driedimensionaal persoonlijkheidsprofiel, geeft een beeld van de persoonlijkheid zowel in de diepte als in de breedte. De diepte hangt samen met de driedimensionaliteit en de breedte met het grote aantal intrinsieke eigenschappen aan de basis van de persoonlijkheidspyramide die er van bovenaf ongeveer uitziet als de figuur Voorbeeldprofiel van een Sales Manager. Dankzij de driedimensionaliteit wordt het perspectief op de persoonlijkheid van de kandidaat aanzienlijk verruimd en kan een vooruitziende blik geworpen worden op het omvangrijke Persoonlijke Potentieel, waarbij de unieke talenten en daarmee de loopbaanmogelijkheden tot uiting komen.   
 
Macro-niveau  
  • op dit niveau zijn er in totaal 10 maatschappelijke oriëntaties (MO’s) 
  • de persoonlijke typering van de kandidaat bestaat uit 3-4 MO’s 
  • maakt een koppeling met de arbeidsmarkt 
  • geeft antwoord op de loopbaanvragen waar hoor ik thuis en wat wil ik;
Meso-niveau  
  • op dit niveau zijn er in totaal 13 competenties of taakgerichte eigenschappen 
  • de profielschets van de kandidaat bestaat uit 2-3 competenties - taakgerichte eigenschappen 
  • maakt een koppeling met werkomgeving 
  • geeft antwoord op de loopbaanvraag wat kan ik;
Micro-niveau  
  • op dit niveau zijn er in totaal 50 intrinsieke eigenschappen 
  • Analyse van succesfactoren en verbeterpunten bestaat uit ca. 20 succesfactoren en ca. 10 verbeterpunten 
  • de intrinsieke eigenschappen zijn alle met elkaar verweven 
  • geeft antwoord op de loopbaanvraag wie ben ik;
 
Voorbeeldprofiel van een 
Sales Manager